Kerst is in onze maatschappij een feest van lekker en veel eten. Overvloedige diners, kerststol, lekkere kaasjes bij de borrel, heerlijke desserts. Het is dus niet zo vreemd dat het merendeel van de mensen zich zorgen maakt over kerst. Hoe ga je met die overvloed om?
Tja, daar zit je dan. Je hebt drie chocoladeletters en een speculaaspop van de Sint gekregen. Wat doe je daarmee! Je kent jezelf goed genoeg. Voor je het weet heb je het allemaal opgegeten. Veel meer en veel sneller dan je had gewild. En voel je je weer schuldig. Dit scenario ken je maar al te goed. Zo was het vorig jaar, en het jaar daarvoor…. Kan het nu niet anders?
Ja! Gelukkig kan het ook anders.
‘Eigenlijk moet ik verstandiger eten.’ ‘Morgen ga ik minder snoepen.’ Voordat ik afviel nam ik me bijna dagelijks voor om minder te snoepen. Meestal vlak voordat ik ging slapen. De volgende dag was ik het meestal weer vergeten en vervolgde ik m’n oude ongezonde eetpatroon.
Ik ben niet de enige bij wie dit zo gaat. Dat komt omdat ik meestal besloot om minder te snoepen op een moment dat er geen verleiding was. Dus op een moment dat ik geen honger had, niet gewend was om te eten, en er ook geen eten aanwezig was. Bij mij was dat in bed, vlak voordat ik ging slapen.
Op zo’n moment dacht ik er niet over na hoe lastig het kon zijn. Ik wilde afvallen, en dan moet je gewoon minder eten. Logisch toch?
Afvallen kun je leren? Wat is dat voor vreemde stelling? Afvallen moet je toch gewoon doen? Gewoon minder snoepen. Gewoon alle extra’s laten staan en gezonder eten. Dat weten we al lang. Gewoon doen, niet zeuren.
Maar klopt dit wel? Want als het werkelijk zo simpel was, waarom zijn er dan zoveel mensen bij wie het niet lukt? Waarom zijn er dan zoveel mensen die eindeloos met hun gewicht worstelen, het ene na het andere dieet volgen, en toch te zwaar zijn?
Het antwoord is eenvoudig: blijkbaar is blijvend afvallen helemaal niet zo simpel. Blijkbaar is het helemaal niet ‘gewoon’ om minder en gezonder te eten.
Zie jij ook de hele dag lekker eten? Bij de koffie wordt een koekje geserveerd, op de balie staat een snoeppot, in de supermarkt liggen de blokjes kaas al klaar. En de lunchtafel staat zoals altijd vol met allerlei lekkers. Overal zijn verleidingen, en voor je het weet val je ervoor. Eigenlijk eet je iedere dag wel dingen die je niet echt wilde.
Eten zien = eten
Als je dit patroon herkent, wordt je misschien snel getriggerd door verleidingen. Bij jou geldt dan: eten zien = eten. En dit gaat heel automatisch. Voordat je het weet, heb je in de supermarkt al een blokje kaas op. Direct daarna vraag je je af: ‘waarom deed ik dat nou?’
Dat komt doordat het bij jou een automatisme is. Je ziet de kaas, en voordat je er bewust over na hebt gedacht, heb je het al op. Het is een reflex, zeg maar.
‘Er ligt nog kaas in de koelkast.’ Meteen krijg je trek. Het water loopt je in de mond. Maar je wilt stoppen met deze eetbuien. Je hebt net gegeten. Fysiek ben je voldaan. Dit is gewoon lekkere trek. Je duwt de gedachte aan kaas weg. Hij komt echter terug. Een tijdje stoei je met je trek. Hij blijft maar terug komen en overheerst alles dat je doet. Na een tijdje ben je het zat. Je loopt naar de koelkast en neemt een stuk kaas. Eigenlijk is het veel meer dan je je had voorgenomen. Daarna voel je je schuldig. Dit zou je niet meer doen. En zo gaat het nou altijd. Kan dit nou niet anders?
Ken je dat? Je collega heeft een snoeppot op haar bureau. Je gaat even naar haar toe om te overleggen, en voordat je het weet eet je een hand dropjes. Of je bent op een feestje en de kaas staat gezellig midden op tafel. Ongemerkt eet je veel meer dan je wilde.
‘Eet een appel in plaats van een gevulde koek.’ Joke wist dit heel goed. En wilde het ook graag, want ze had last van haar overgewicht. Toch lukte het haar niet. Haar zwakke plek was een muffin. Wanneer ze een muffin zag, liep het water haar in de mond. “Nee, niet doen! Je bent op dieet.” klonk er in haar hoofd. Manmoedig richtte ze haar aandacht op iets anders. Maar het is zo lekker…. De gedachte aan die heerlijke muffin kwam steeds weer naar boven. Hoe harder ze hem wegdrukte, hoe harder hij terugkwam. Na een half uur hield ze het niet meer, en at ze de muffin.
Vaak starten we een dieet met de gedachte: 'de komende tijd helemaal geen snoep, snacks en vet'. Om dit te bereiken, vertrouwen we vaak op onze wilskracht. We zijn immers geen doetjes, en als we het slechte spul niet willen, dan nemen we het ook niet.