Op dieet? Vertrouw niet op je wilskracht
Vaak starten we een dieet met de gedachte: 'de komende tijd helemaal geen snoep, snacks en vet'. Om dit te bereiken, vertrouwen we vaak op onze wilskracht. We zijn immers geen doetjes, en als we het slechte spul niet willen, dan nemen we het ook niet.
In de praktijk blijkt dit vaak moeilijker dan gedacht. Het voornemen om niet te snoepen of snacken is erg moeilijk vol te houden. Zeker als je om 4 uur hongerig bij het tankstation stopt en de counter vol met Mars, gevulde koek en chips ligt. En dan is er ook nog een caissière die vraagt of we er nog wat lekkers bij willen! Vaak gaan we voor de bijl, en kiezen we een lekkere Mars. Om ons daarna schuldig te voelen. We waren toch op dieet? We zijn toch sterker dan dit?
Hoe komt het toch dat dit soort patronen zo hardnekkig zijn? Dit komt omdat onze wilskracht niet onuitputtelijk is. Baumeister en Tierney (2012) vergelijken wilskracht met een spier. Als je een spier te lang of te intensief gebruikt, raakt deze uitgeput. Ook onze wilskracht raakt op als we er een te groot beroep op doen. En om 4 uur 's middags hebben we er al een hele (werk)dag op zitten. Met deadlines, verstandige beslissingen nemen en aardig doen tegen die vervelende collega. Kortom: de wilskracht is op en we kunnen de verleiding niet weerstaan. Dit is ook de reden waarom de meeste diëten in de namiddag en avond worden gebroken, en niet in de ochtend. We zijn moe en hebben minder energie om de verleidingen te weerstaan.
Eigenlijk is de truc om bij diëten zo min mogelijk een beroep op de wilskracht te doen. En om de wilskracht voldoende op peil te houden, zodat we hem kunnen gebruiken als alle andere strategieën falen. Dit kan op de volgende manieren:
- Bedenk vooraf wat jouw moeilijke situaties zijn, en bedenk als-dan-strategieën om hiermee om te gaan. Hierdoor ben je voorbereid, en word je op het moeilijke moment niet overvallen door de verleiding. Mogelijke strategieën zijn:
- 'Als ik om 4 uur honger heb, neem ik de appel die ik 's morgens van huis heb meegenomen. Op die manier eet ik ook wat fruit.'
- 'Als ik na het eten lekkere trek heb, ga ik een blokje om.'
- 'Als ik 's avonds TV kijk, neem ik een handje Japanse zoutjes in plaats van de zak chips die ik gewend ben.
Door dit soort strategieën te bedenken (en uit te voeren!) koppel je lastige momenten aan gezond gedrag. En hoe vaker je je gezond gedraagt, hoe makkelijker het wordt en hoe minder beroep je op je wilskracht hoeft te doen.
Let op: de strategie: 'ik eet 's avonds voor de TV geen chips meer' werkt juist niet. Want hierdoor koppel je opnieuw de chips aan het TV kijken. De kans dat je voor bijl gaat, wordt juist groter! Als je een gezond alternatief voor de chips verzint, werkt het wel.
- Sta af en toe kleine schendingen van het dieet toe. Mensen die zich superstreng aan hun dieet houden, hebben de neiging om het hele dieet over boord te gooien als ze één keer een regel schenden. En door jezelf kleine schendingen toe te staan, spaar je je wilskracht voor de momenten dat het echt belangrijk is.
- Eet op tijd en verspreid over de dag. Wilskracht vraagt energie. Door regelmatig te eten, wordt ook de energie die je voor wilskracht nodig hebt, aangevuld.
- Probeer alleen af te vallen als er geen andere dringende zaken in je leven spelen. Scheiding, ontslag of een verhuizing vragen allemaal veel energie. Hierdoor houd je geen wilskracht voor het dieet over. Stel het diëten dus liever uit totdat je leven weer in rustiger vaarwater is.
Doordat we op deze manieren onze wilskracht op peil houden, kunnen we hem bewaren tot de momenten waarop we hem echt nodig hebben. En lukt het ons steeds vaker om de ongewenste snack wèl te laten liggen. We zijn immers geen doetjes, en als we het slechte spul niet willen, dan nemen we het ook niet.