Jaarlijks ondernemen vele Nederlander pogingen om af te vallen. In de praktijk slaagt slechts een klein deel om een blijvend lager gewicht te bereiken. Hoe komt het toch dat zoveel diëten mislukken?
- We kiezen een te streng dieet. Veel diëten beloven gouden bergen, als je je maar aan een zeer streng dieet houdt of maandenlang vieze shakes drinkt. Hierbij vergeten we dat eten ook gewoon genieten is, en dat het bijna ondoenlijk is om lange tijd dingen te eten die je niet lekker vindt.
- We willen met een dieet vooral snel resultaat zien. Veel diëten beloven dit ook: 10 kilo in 2 maanden! Voor de zomer nog in uw bikini! Echter: het extreme crashdieet waarmee je dit bereikt, is in het normale leven niet vol te houden. En omdat we geen nieuw, slank, eetpatroon hebben aangeleerd, komen we weer aan.
- Veel diëten passen niet in ons dagelijks leven en ons eetpatroon. Sommige diëten schrijven voor om 's morgens alleen fruit te eten, alle koolhydraten te mijden, of om bepaalde voedingsmiddelen te combineren. Gevolg is dat we opeens lang in de keuken moeten staan, dingen moeten eten die we niet lekker vinden, of niet normaal bij vrienden kunnen eten. We houden dit (terecht) niet vol. Het jammere is dat we vaak onszelf en ons vermeende gebrek aan wilskracht de schuld geven, in plaats van het bizarre dieet.
- Veel diëten focussen zich alleen op wat we moeten eten. Echter: het hoe van het afvallen is veel moeilijker. Want we weten best dat we niet te veel patat en chocolade moeten eten. Maar hoe doen we dat als we met honger langs de snackbar lopen of een heerlijke schaal bonbons gepresenteerd krijgen?
- We vergeten hoe verleidelijk chocolade en chips zijn, en bereiden ons er niet op voor hoe we met deze verleiding om kunnen gaan. Aan het begin van het dieet nemen we ons heilig voor om geen chocolade te eten. En dan krijgen we bij een vriendin een schaaltje heerlijke bonbons gepresenteerd. 'Geen chocolade' hadden we ons voorgenomen. In eerste instantie slaan we het dan ook dapper af. Echter: het heerlijks blijft voor onze neus staan. En ons brein kent het woordje 'geen' niet. Dus bij de gedachte 'geen bonbon', hoort het brein alleen maar 'bonbon'. En de bonbons lonken en lonken... Het weerstaan van deze verleiding kost veel energie en wilskracht. Na een kwartiertje is de wilskracht op en nemen we er één. Dat is lekker, het smaakt naar meer. Nog eentje dan.... Vooruit nog eentje....
- We gunnen onszelf geen ruimte om te genieten van 'slechte' dingen. Veel diëten schrijven strikt voor wat je wel/niet mag eten. En deels is dit lekker makkelijk, want het is duidelijk. Echter: we zijn sociale wezens en hebben ook behoefte aan gezelligheid en momenten waarop we onszelf belonen. Denk aan het lekkere biertje aan het einde van de werkdag of het feestje met bitterballen. We kunnen proberen onszelf het biertje en de bitterballen te verbieden. Hiermee vragen we echter een bijna bovenmenselijke prestatie van onszelf, en vaak gaan we dan toch voor de bijl. Het is beter om het lekkere in te plannen. 'Op dit feestje eet ik twee bitterballen en drie toastjes. En ik ga ervan genieten!' In de praktijk worden het vaak drie bitterballen en vijf toastjes. Maar dit is nog altijd minder dan wanneer we onvoorbereid naar het feestje gaan, of als we ons voornemen om helemaal niets te eten. Want hoe moeilijk dat is, hebben we bij reden 5 al gezien.
- Veel diëten gaan ook uit van wat niet mag. Geen patat, geen snoep. Uit onderzoek blijkt echter dat we het nieuwe eetpatroon beter volhouden als we ons focussen op wat wèl kan. Dus als we binnen de slanke producten zoeken naar de dingen die we lekker vinden.
- We starten een dieet met goede, maar ook vage voornemens. We nemen ons bijvoorbeeld voor om gezond te eten en meer te bewegen. Maar wat eten we dan precies? Wat worden de moeilijke momenten? Hoe lossen we die op? En welke vorm van beweging kiezen we? Wanneer doen we dat? Wanneer we onze voornemens concreet maken, is de kans dat we ze uitvoeren veel groter: ''s Avonds ga ik na het eten een rondje lopen. Als stok achter de deur, beloof ik de buurman om zijn hond mee te nemen'. Het helpt ook om de voornemens realistisch te houden. Een rondje van een 15 minuten is nog wel leuk. Terwijl een wandeling van 2 uur voor een niet-wandelaar een regelrecht strafkamp is.
- Alles of niets. We hebben vaak zeer hoge verwachtingen van onszelf als we op dieet gaan. Hiervoor moeten een groot beroep op onze wilskracht doen, want we moeten al die lekkere dingen nu laten staan. Gevolg is dat het lekkere nog veel lekkerder wordt. Als we dan een keer toegeven, schieten we als het ware door de rem. We gaan helemaal overboord. Vaak denken we dan ook dat het hele dieet verloren is, en stoppen we ermee. Volgende keer beter. Terwijl we onszelf ook de ruimte kunnen geven om af toe te genieten van een stukje chocolade of een handje chips. En zijn we toch door de rem geschoten? Dan pakken we morgen de draad weer op.
- Binnen een dieet voelen we ons vaak schuldig wanneer we een keer zondigen. We overtreden immers de regels. De pech hiervan is dat we hierdoor niet genieten van de 'zonde'. Hierdoor wordt onze werkelijke behoefte (genieten) nog steeds niet vervuld, en blijven we eten in een poging om die behoefte alsnog te vervullen. Als we onszelf wel toestaan om te genieten, zijn we vervuld en hebben we al snel genoeg gegeten.